Kaj schrok zich een ongeluk toen Bree ineens op de grond lag. "Jezus, gaat het?", zei hij verschrikt terwijl hij de ketting met zijn staart voorzichtig in haar uitgestrekte handen neerlegde. Toen viel zijn blik op de wond die ze had. "Je bloedt.", zei Kaj met een bezorgde blik in zijn ogen. Zonder veel te zeggen tilde hij haar op, zijn rechterarm onder haar knieholten en zijn linkerarm onder haar schouderbladen. "Niet bewegen.". Bree was verrassend licht, wat het vervoeren een stuk makkelijker maakte. Hij hoopte maar dat Bree haar kettinkje goed vasthield, zo niet, dan zou hij het ding wel weer opvangen met zijn staart. Diende het uitsteeksel toch ergens voor.